Wout Spierings: 1e hokkampioen dagfond Brabant 2000

 

Als zeer actief volger en passioneel beoefenaar van de duivensport, mag ik zeggen dat ik al veel topmelkers heb gevolgd of een bezoekje heb gebracht. Velen weten prestaties neer te zetten die aan het ongelofelijke grenzen. Maar weinigen weten echter jaren aan de absolute top te blijven. De hoofdpersoon van deze reportage lukt dat zeker. Wat hij de afgelopen jaren heeft gepresteerd grenst aan het ongelofelijke. Dit jaar schitterde hij weer met verschillende teletekst vermeldingen op de door hem geliefde dagfondvluchten en behaalde hij het 1e hokkampioenschap dagfond in het duivenbolwerk Brabant 2000. Ik wil graag aan u voorstellen Wout Spierings uit Waalwijk.

 

Familiesport

 

Zeg je Wout Spierings, dan moet je ook in een adem zijn vrouw Antonet en dochters Minoesche en Nicolyne noemen. Aan de Jacob van Deventerstraat is er sprake van echte familiesport. Het gehele gezin staat achter de hobby van vaderlief. Wout(37) heeft al vanaf zijn 11e jaar duiven. Al op jonge leeftijd speelde hij zeer goed en dit werd alleen maar beter toen hij Antonet leerde kennen. Deze dochter van de helaas veel te vroeg overleden topliefhebber Nico Treffers steunde en steunt hem waar nodig. Zo kreeg Wout dus niet alleen zijn  eigen duivinnetje, maar werd hij ook nog eens in het zadel geholpen met topduiven van schoonvader Nico, welke voornamelijk het Janssen bloed voerden via Bol de Bruyn uit Reusel. In het seizoen staat alles in het teken van de duivensport. De dochters gaan altijd mee helpen met inkorven en het lichten van de klok. Antonet springt bij met de verzorging van de duiven waar nodig en laat de jonge duiven los en roept ze binnen.

 

Prestaties

 

Voordat ik wil ingaan op de manier van duiven houden, eerst enkele prestaties om alles kracht bij te zetten. Het is slechts een greep, volledig zijn is bijna niet mogelijk

 

2002: 1e W.H.Z.B. jonge duiven met de Kanjer, tevens 5e en 8e plaats,

2004: 1e W.H.Z.B. jonge duiven met Leontien, ook 1e Best of the Best

2004: 1e Nationaal hokkampioen jonge duiven N.P.O.

2005: 1e en 2e Nationaal Le Mans sector Zuid/West(afd 1+2) tegen 12.884 duiven

 

Verder 1e hokkampioen Brabant 2000 in 2002 ( snelheid), 2003 (dagfond), 2004 ( midfond jong), 2006 ( midfond jong), 2007 (dagfond)

 

Belangrijkste prestaties op de vluchten 2007:

 

Bourges(6929): 25 ( de 250), 61, 74 en 10 v/d 15

Chateauroux(7936) : 8, 71, 115( de 250), 165 en 13 v/d 20

Blois( 7384) : 2( tevens 2e nat.), 14 ( de 250), 41, 100 en 10 v/d 20

Baden Baden (6520) : 11, 41 ( de 251), 143 en 8 v/d 20

Montlucon(4799) : 4 ( de 251), 15, 30, 54, 57, 85 en 13 v/d 20

Chantilly jong ( 15680) 6e, overig nog niet bekend

 

Zowaar geen sinecure.

 

 

Alles in teken van de dagfond

 

In de tweede week van januari, zo rond 12-13-14 januari,  worden de duiven op een vrijdagavond gekoppeld. Het liefst met volle maan, omdat dit goed schijnt te zijn. De duiven  zijn dan pas sinds een paar weken gescheiden, omdat Wout erin gelooft dat het goed voor de duiven is als ze lang bij elkaar blijven. Het hele jaar zitten ze weer op weduwschap nietwaar. Bij koppeling wordt er een rookbom in het hok gelegd, zodat de doffers niet te fel zijn op hun duivin. De volgende dag zijn de duiven over het algemeen goed gekoppeld. Van de kwekers en beste vliegers worden de eieren verlegd. Voor eigen gebruik worden een 70-tal jongen gekweekt.  De duiven blijven bij elkaar tot ongeveer de 4e vlucht op de vitesse. De duiven brengen hier dus gerust twee rondes jongen groot. Dit levert geen problemen op met de pennenrui, omdat er na de laatste dagfondvlucht geen oude duif meer wordt gespeeld. In het begin van het seizoen wordt er bewust de rust bewaard door de hokken donker te houden en zo de forme niet te vroeg te laten komen. Een twee tot drietal weken voor de eerste dagfondvlucht gaan ze eerst op weduwschap. Dan wordt ook de verduistering voor de ramen verwijderd en gaat de zon en het licht hopelijk zijn werk doen. Werd er in het verleden voor het generale kampioenschap gespeeld, nu draait het specifiek om de vijf eendaagse vluchten met de eerste of in ieder geval teletekst als doel.

 

Systeem

 

Wout heeft gemiddeld 34 doffers tot zijn beschikking. Hiervan worden er normaal dertig gespeeld op de dagfond. Dit i.v.m. de telling van het kampioenschap. Dit jaar werden het er 20, omdat in de voorbereiding enkele goede duiven werden verspeeld op Pithiviers, een absolute rampvlucht. Hij speelt het traditionele weduwschap, omdat dit altijd voortreffelijk is gegaan. De doffers gaan wekelijks de mand in. Ook tussen de dagfondvluchten in. Werden ze in het verleden gewoon op de midfondvluchten ingekorfd, dit jaar kregen ze om de week Pommeroul voorgeschoteld. Dit is ongeveer 180 kilometer. Volgens Wout is het verloop altijd goed en minder zwaar dan een midfondvlucht, die kan oplopen tot 400 kilometer. Omdat de duiven wekelijks worden ingekorfd, moet er ook goed worden gevoerd. Bij thuiskomst krijgen de duiven de Koopman mengeling van Beyers. Hier zit alles in om goed te herstellen. Over deze mengeling wordt schapenvet, kaas, pinda´s en herstelpower gedaan. De kaas en de pinda´s worden met het voer in een Blender gedaan en zo kort gedraaid, het voer blijft gewoon zoals het is. Het schapenvet wordt gesmolten en door het voer gemengd. Hier overheen gaat de herstelpower welke wordt betrokken via Gert-Jan Beute. De eiwitten en het vet moeten het herstel van de duiven bespoedigen. Wout doet dat dit jaar voor het eerst en is er erg over te spreken. Wat hem in het begin wel verbaasde, was dat de duiven het op aten. Het ziet er zeer vies en onsmakelijk uit. Tot en met Zondag krijgen ze deze mengeling. Op Maandag krijgen de duiven zuivering en dit wordt al zeer snel vermengd met vliegmengeling. Deze laatste mengelingen komen van de firma Van Robbaeys. Van deze firma wordt voor het eerst gevoerd. In het begin moest Wout hiermee zijn draai vinden, maar het bevalt hem uitstekend. De kwaliteit is uitmuntend en de mengelingen zijn zeer gevarieerd. Aan het einde van de week wordt er alleen vliegmengeling vorogeschoteld. Op woensdag gaat weer het schapenvet over het voer. In de week van inkorving voor de dagfond, wordt er wat extra rode bordeaux mais aan het voer toegevoegd en wordt er kwistig gestrooid met pinda’s. De duiven worden allen gevoerd in potjes in hun broedbak. Deze potjes worden nooit leeggemaakt en er zit altijd voer in. Een duif die moet presteren, moet goed eten is hier het credo. Medisch wordt er alleen ingegrepen waar nodig. Twee keer per jaar een geeltablet en in totaal zijn er dit jaar 4 zakjes W.N. verbruikt, waarvan Wout ook nog twijfelt aan het nut ervan. Verder absoluut geen poespas. Medicijngebruik is het begin van het einde.

 

Motivatie

 

Wout is van mening dat een doffer naar huis komt voor zijn woonbak ( territorium), maar zeker ook voor zijn duivin. Daarom toont hij deze dan ook altijd voor inkorving van belangrijke vluchten. In de tussenweek krijgen ze alleen de schotel. Bij thuiskomst zit de duivin altijd klaar en mogen ze ruime tijd bij elkaar blijven. Dit om de gehechtheid te behouden. Verder wordt er niets extra’s gedaan.

 

Alles draait om goede duiven

 

Een uitspraak die ik al zeer vaak gehoord heb uit de mond van goede liefhebbers en een uitspraak die Wout zeker onderschrijft. Zoals al eerder geschreven is Wout duivenmelker geworden met duiven van zijn schoonvader Nico Treffers welke van Janssen origine waren. Verder is hij zeer geslaagd met een enkele duif  van Gijzen uit Sint-Willibrord, Jos Monsieurs uit Kaatsheuvel en Peter Remie uit Tilburg. Deze bleken zeer goed te pakken op zijn eigen soort. Wout houdt van duiven die een wil hebben. Ze moeten goed gebouwd zijn en veel temperament hebben. Een duif op nest moet absoluut zijn nest verdedigen als hij er met zijn hand bijkomt. Een weduwnaar moet vechten als hij de potjes met voer wil vullen. Ze moeten hun territorium verdedigen. De wil naar huis moet groot zijn en dat is niet altijd te zien aan het uiterlijk. Schoonheid is mooi meegenomen, maar geen must. Een atleet met een superlichaam zonder hersens, zal nooit zegevieren. Het zit hem dus ook tussen de oren.

 

Superkoppel

 

We mogen rustig stellen dat Wout het geluk heeft gehad te beschikken over een echt super kweekkoppel. De doffer van dit koppel, 01-011, heeft als naam  De Strakke. Deze schitterende blauwe doffer kweekt niet alleen geweldig, maar  wist zelf ook een eerste te vliegen in Brabant 2000 van Etampes en is een mengeling van alle rassen die op het hok huizen. De duivin, 98-309, heeft als bijnaam Dora en gaat voornamelijk terug op het soort van N. Treffers met een vleugje Gijzen en J. van Nunen. Uit dit koppel stamt o.a. De Kanjer, welke in 2002 beste jonge duif W.H.Z.B. was, maar ook de Schnappie, 2e nat. Le Mans 2005 en de Spaceman welke dit jaar de 4e Brabant 2000 Montlucon speelde. Uit een dochter van dit koppel, welke zelf een 11e nat. Orleans speelde in 2004, stamt de Leontien die in 2004 in alle competities van Nederland 1e asduif werd. Rechtstreeks uit de Kanjer stamt de Bleus Le Mans die de 1e Nat. Le Mans wist te winnen. In bijna alles wat op het hok zit, zit dit koppel verweven. Over kweek en doorkweek gesproken. Helaas legt de duivin geen eitjes meer. De doffer is inmiddels verkocht aan de welbekende Amerikaan Mike Ganus.

 

Golden Feather en Jaws

 

Dit zijn de absolute toppers van het hok momenteel. Deze twee broers komen weer uit een zuivere broer van De Strakke genaamd de Floris. De moeder, De blauwe Lelie, is een dochter van de al eerder genoemde Bleus Le Mans.  Golden Feather, de 05-250, is een schitterende ietwat kleine vetblauwe doffer. Het is een perfect voorbeeld van Wout zijn duiven. Zeer goed gespierd, twee geweldig felle ogen en duvels op zijn woonbak en nest. Op de dagfond was hij dit jaar werkelijk top en werd daardoor 3e duifkampioen van Brabant 2000. Zijn broer Jaws, 05-251, doet niet veel voor hem onder. Hij is wat groter van uitvoering, maar verder identiek. Ook de al eerder genoemde Spaceman, zoon superkoppel en de 04-247, 2e nat. Blois 2007, zoon Remie maal dochter stamkoppel, hebben zeker bijgedragen aan dit prachtige jaar.

 

De hokken

 

Wout heeft de beschikking over een L-vormig hok. Het is onderverdeeld in een zestal afdelingen. Een voor de kwekers, drie voor de weduwnaars en 2 voor de jonge duiven. In het voorjaar zijn de hokken wat kil, maar vanaf het moment dat de temperaturen stijgen, kun je aan de duiven zien dat de forme gaat komen. Een goede verluchting is belangrijk. Omdat de hokken in een ietwat dode hoek staan, zijn er tussen de dakpannen stukjes van een elektriciteitspijp aangebracht om de lucht sneller af te voeren. Voor alle hokken zijn vorig jaar rennen gemaakt. Dit vooral om de oude duiven op Zondag een bad te geven. In het voor- en naseizoen staan de ramen ook altijd open. Vorig jaar stonden de ramen ook altijd open bij de jonge duiven. Hier is hij om twee redenen mee gestopt. De duiven zaten altijd in de ren en werden daardoor onvoldoende handtam. Verder had de grotere temperatuurschommeling een negatieve invloed op de forme.

 

Ook het jonge duivenspel beheerst Wout tot  in de finesses. Dit jaar wordt er voor het eerst het spel op de deur geprobeerd. Dit is nog even zoeken, maar de resultaten van Chantilly en “Nationaal” Orleans waren al weer goed, hoewel hij op de laatste vlucht niet helemaal tevreden was over zijn vroegste prijs, de 27e in Brabant 2000. Dit tekent de op en top sportman Wout Spierings. Altijd bezig zijn om tot de absolute top te behoren. Niet verzaken en zoeken naar mogelijkheden om beter te worden. Dit kost veel energie en er wordt daarom ook al uitgekeken naar de laatste vlucht. Ik mocht een bezoek brengen aan een absolute duiventopper. Het was een eer.